Afgelopen vrijdag 7 juli jl. heeft minister-president Rutte aan de Koning het ontslag aangeboden van alle ministers en staatssecretarissen. Daarmee is het kabinet Rutte IV demissionair geworden. Het demissionaire kabinet mag alleen lopende zaken afronden. Nieuw beleid wordt alleen voorgesteld als er noodzaak toe bestaat. Op Prinsjesdag zal een beleidsarme begroting worden gepresenteerd.
Ook kunnen de Eerste en Tweede Kamer sommige onderwerpen controversieel verklaren waardoor dit onderwerp niet meer wordt besproken door de Tweede Kamer. Na het zomerreces, in de week van 12 september, bepaalt de Tweede Kamer welke onderwerpen controversieel zullen worden verklaard.
Onzeker is wat de val van het kabinet betekent voor de versobering van de bedrijfsopvolgingsregeling. Er waren door het kabinet al concrete maatregelen gepresenteerd. Mogelijk worden de fiscale bedrijfsopvolgingsregelingen opnieuw onderdeel van de verkiezingsprogramma’s. Het is ook goed mogelijk dat een nieuw kabinet de voorgestelde maatregelen overneemt. Om die reden lichten we de voorgestelde maatregelen die volgden uit het vervolgonderzoek naar de bedrijfsopvolgingsregelingen nogmaals toe.
Of er de komende tijd meer bekend wordt over het nieuwe box 3 stelsel op basis van werkelijk rendement is ook onzeker. We houden u uiteraard op de hoogte van de fiscale ontwikkelingen die zullen volgen na het zomerreces, Prinsjesdag en in de aanloop naar de aankomende verkiezingen.
Voorgestelde maatregelen BOR en DSR
De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst (“de Staatssecretaris”) heeft op 29 juni 2023 de uitkomsten van het vervolgonderzoek naar de fiscale bedrijfsopvolgingsregelingen naar de Tweede Kamer gestuurd. De uitkomsten van het vervolgonderzoek en de voorgenomen maatregelen worden in deze nieuwsbrief in hoofdlijnen besproken.
Het kabinet stelde, zoals ook al is opgenomen in de Voorjaarsnota, acht maatregelen voor de bedrijfsopvolgingsregelingen in de doorschuifregeling van de aanmerkelijk belang claim in de inkomstenbelasting (“DSR“) en de vrijstellingen voor de erf- en schenkbelasting (“BOR“). Zie voor meer informatie de eerder dit jaar verschenen nieuwsbrief over de Voorjaarsnota 2023. In de brief van de Staatssecretaris worden de maatregelen uitgebreider toegelicht. Onderstaand hebben we deze voor u samengevat.
1. Afschaffen dienstbetrekkingseis DSR per 1 januari 2025;
Er was voorgesteld de dienstbetrekkingseis per 1 januari 2025 af te schaffen, en vervangen door een minimum leeftijd voor de verkrijger krachtens schenking.
2. Minimumleeftijd van 21 jaar bedrijfsopvolger;
Het kabinet stelde voor om een minimumleeftijd van 21 jaar in te voeren voor de verkrijger, zowel voor de DSR als de BOR bij schenking. Dit omdat het kabinet het onwenselijk acht dat de bedrijfsopvolgingsregelingen worden gebruikt om te schenken aan (zeer) jonge kinderen. Bij vererving geldt de minimumleeftijd niet.
3. Verlagen vrijstellingspercentage van 83% naar 70%
Er is voorgesteld de vrijstelling in de BOR vanaf 2025 te versoberen naar 100% van de goingconcern-waarde van de onderneming tot EUR 1,5 miljoen (nu EUR 1,2 miljoen) en 70% (nu 83%) over het meerdere aan ondernemingsvermogen. Dit voorstel is overgenomen uit de Voorjaarsnota 2023.
4. Per 1 januari 2024 wordt aan derden verhuurd vastgoed standaard aanmerkt als beleggingsvermogen;
Deze maatregel was reeds aangekondigd op Prinsjesdag 2022 en zou op 1 januari 2024 al ingaan.
5. Afschaffen van de doelmatigheidsmarge van 5% per 1 januari 2025 (voor DSR later);
De doelmatigheidsmarge houdt in dat niet-kwalificerend ondernemingsvermogen tot 5% van het ondernemingsvermogen wordt aangemerkt als kwalificerend ondernemingsvermogen. Er wordt voorgesteld deze 5% doelmatigheidsmarge per 2025 af te schaffen voor de BOR. De doelmatigheidsmarge voor de DSR wordt later afgeschaft.
6. DSR en BOR beperken tot regulieren aandelen en minimaal 5% belang;
Voorgesteld wordt om de toegang tot de BOR en DSR te beperken tot reguliere aandelen die volledig meedelen in de winstgerechtigdheid en liquidatieopbrengsten met een belang van tenminste 5%. Hierdoor kan de BOR en DSR niet langer worden toegepast op tracking stocks, opties op aandelen en winstbewijzen, en belangen van minder dan 5% van het geplaatste aandelenkapitaal.
Een uitzondering hierop is dat de verwateringsregeling (een indirect ab van ten minste 0,5% dat uitsluitend is verwaterd door vererving, huwelijksvermogensrecht of schenking) blijft gelden voor reguliere aandelen. Daarnaast blijft de faciliteit ook gelden voor preferente aandelen die in het kader van een gefaseerde bedrijfsoverdracht zijn uitgegeven.
Het kabinet gaf aan dat de maatregel met één jaar wordt uitgesteld naar 1 januari 2026.
7. Versoepelen bezits- en voortzettingseis
Uit de evaluatie komt naar voren dat de toepassing van de bezits- en voortzettingseis complex is. Deze eisen houden kortweg in dat de aandelen en de onderneming die geschonken is reeds 5 jaar in het bezit moeten zijn, en tot 5 jaar na de schenking moeten worden aangehouden.
In het vervolgonderzoek is onderzocht of het mogelijk is de huidige bezits- en voortzettingseis in de BOR zodanig aan te passen dat deze meer positief uitpakt voor de flexibiliteit van ondernemingen. Over de precieze invulling van het versoepelen van de bezits- en voortzettingseis zou het kabinet nog terugkomen. Het kabinet gaf aan dat voor nu voornemens is om de 5 jaarstermijn voor de bezits- en voortzettingseis in te korten. Daarnaast worden per 1 januari 2026 enkele versoepelingen aangekondigd.
8. Strengere eisen aan keuzevermogen bij IB-ondernemingen per 1 januari 2025.
Bedrijfsmiddelen die gemengd worden gebruikt (zowel zakelijk als privé) kunnen vanaf 2025 slechts kwalificeren voor de DRS en BOR voor zover ze daadwerkelijk binnen de onderneming worden gebruikt. Een extra toevoeging bij deze voorgestelde maatregel is dat de maatregel uitsluitend betrekking heeft op (i) vermogensbestanddelen met een waarde in het economisch verkeer van minimaal €100.000 en (ii) een gebruik voor andere dan ondernemingsdoelen voor meer dan 10%.
9. Aanpak constructies BOR
Uit vervolgonderzoek is gebleken dat het mogelijk is om constructies in de BOR aan te pakken. Het kabinet gaf eerder aan zogeheten ‘rollatorinvesteringen’ en ‘dubbel-BOR-constructies’ aan te willen pakken. Bij ‘rollatorinvesteringen’ vormen vermogenden (vaak op hogere leeftijd) hun niet-ondernemingsvermogen zodanig om, dat dit gaat kwalificeren als ondernemingsvermogen. Om de BOR toe te passen wordt een onderneming gestart. Bij ‘dubbel-BOR-constructies’ kan bijvoorbeeld een ouder twee keer schenken aan het kind. Het is een nieuw kabinet om een eventuele aanpak van BOR constructies verder aan te pakken.
Moties tweede kamer
De Tweede Kamer heeft in de eerste week van juli 2023 voorafgaand aan het vallen van het Kabinet nog een aantal moties aangenomen die zien op de voorgestelde maatregelen van de BOR. Onder andere is de motie aangenomen over coulance ten aanzien van de betalingsregelingen in de nieuwe BOR regeling. Daarnaast is de regering voornemens de bezits- en voortzettingseis in te korten om hierbij aan te sluiten bij korte termijnen in buurlanden.
Conclusie
Mocht u overwegen om uw familiebedrijf te schenken of in uw testament na te laten aan de volgende generatie dan adviseren wij u zo spoedig mogelijk contact te laten opnemen met een van onze adviseurs. Zeker nu er nieuwe verkiezingen komen is het onzeker hoe de nieuwe BOR en DSR regeling zullen worden vormgegeven. In de vorige verkiezingen was waren deze regelingen onderdeel van nagenoeg elk verkiezingsprogramma. De verwachting is dat deze regelingen in de toekomst eerder zullen worden versoberd dan versoepeld.
Mocht u naar aanleiding van deze nieuwsbrief nog vragen hebben, neemt u dan gerust contact op.