30/04/2025

Schijnzelfstandigheid blijft onderwerp van debat: duidelijkheid laat nog altijd op zich wachten

In de arbeidsmarkt woedt al langere tijd de discussie over de vraag wanneer iemand écht als zzp’er werkzaam is, en wanneer sprake is van een constructie die meer weg heeft van een dienstbetrekking. In het geval iemand op papier werkzaam is als zelfstandig ondernemer, maar in de praktijk functioneert als werknemer, kunnen opdrachtgevers geconfronteerd worden met naheffingen loonbelasting en sociale premies, en zouden boetes opgelegd kunnen worden. Ondanks dat de hoogste rechter zich zeer recent nog over deze kwestie heeft uitgesproken, blijft het voor veel zelfstandigen en organisaties onduidelijk waar precies de grens ligt tussen zelfstandigheid en loondienst. Uit angst voor mogelijke naheffingen en boetes zijn bedrijven nu vaak terughoudend met het gebruikmaken van de inzet van zzp’ers. Dus waar staan we nu in het debat over schijnzelfstandigheid?

 

Afschaffing handhavingsmoratorium

Vanaf begin dit jaar is het handhavingsmoratorium afgeschaft, waardoor de belastingdienst weer actief controleert op schijnzelfstandigheid en naheffingsaanslagen loonbelasting en sociale premies kunnen worden opgelegd. In het jaar 2025 zullen nog geen boetes worden opgelegd om bedrijven de mogelijkheid te geven om hun werkwijze aan te passen. Voor organisaties die werken of willen gaan werken met zzp’ers is het dus belangrijk om na te gaan of er sprake kan zijn van een verkapte dienstbetrekking. Momenteel zal de belastingdienst voornamelijk sectoren kritisch bekijken waar het risico op schijnzelfstandigheid het grootste is, zoals in de zorg en het onderwijs.

 

Huidige wetgeving

De controles op schijnzelfstandigheid vinden momenteel plaats op basis van de wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA). Deze wetgeving leidt in de praktijk tot veel onduidelijkheid waardoor deze wetgeving voornamelijk wordt vormgegeven door jurisprudentie die in de loop der tijd is ontstaan. Een van de belangrijkste arresten op dit gebied is het Deliveroo-arrest. In deze zaak concludeerde de Hoge Raad dat voor een groep bezorgers sprake was van een arbeidsovereenkomst op basis van feitelijke uitvoering, ondanks het werken op basis van een schriftelijke overeenkomst van opdracht. Om de arbeidsovereenkomst te kunnen beoordelen heeft ze het volgende negental gezichtspunten gegeven die van belang kunnen zijn:

  • Aard en duur van de werkzaamheden
  • Invloed op inhoud en werktijden
  • Mate van organisatorische inbedding
  • Verplichte persoonlijke uitvoering van het werk
  • Totstandkoming van afspraken
  • Regeling van de vergoeding
  • Hoogte van de beloning
  • Risicoverdeling en aansprakelijkheid
  • Als ondernemer naar buiten treden

Toch heerste er na dit toonaangevende arrest nog enige onduidelijkheid. Op 21 februari 2025 heeft de Hoge Raad getracht meer verheldering te scheppen het lang verwachtte Uber-arrest. Hierin heeft zij geconcludeerd dat er geen rangorde zit in de gezichtspunten uit het eerdere Deliveroo-arrest en dat het van alle feiten en omstandigheden afhangt welk gewicht er aan deze gezichtspunten moet worden gehangen. Hiermee is het ‘ondernemingscriterium’ in beginsel net zo belangrijk als alle andere criteria. Bij dit ondernemingscriterium is verder door de Hoge Raad geoordeeld dat hierbij niet slechts naar het intern ondernemerschap dient te worden gekeken, maar ook naar het extern ondernemerschap. Dit zou ervoor kunnen zorgen dat in het geval sprake is van twee identieke arbeidsverhoudingen, ze beide anders kunnen kwalificeren, doordat de een als ondernemer naar buiten treedt en de ander niet.

 

Nieuwe wetgeving

Om de onduidelijkheid rond zzp’ers weg te nemen, is er een concept wetsvoorstel Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) ingediend. Hierbij wordt er gekeken naar enerzijds vijf criteria die duiden op een arbeidsovereenkomst en anderzijds vijf criteria die duiden op zelfstandigheid. Wanneer deze criteria in evenwicht zijn, zal pas worden toegekomen aan het ‘extern ondernemerschap’. Ook is er in dit wetsvoorstel een rechtsvermoeden van werknemerschap geïntroduceerd. Wanneer de werkende minder dan 33 euro per uur betaald krijgt, zou deze eenvoudiger werknemersrechten kunnen opeisen.

Bovenstaande wetsvoorstel is ingediend met het idee meer duidelijkheid en zekerheid te scheppen. Op 3 april hebben de VVD, D66, CDA en SGP echter een nieuw initiatiefwetsvoorstel ingediend dat gebaseerd is op het Belgische model. Indieners van het initiatief zijn van mening dat de VBAR niet genoeg duidelijkheid zal verschaffen en zijn er dus niet van overtuigd dat deze wet de huidige situatie zal verbeteren. De partijen willen met hun initiatiefwet meer focussen op de afspraken tussen de opdrachtgever en opdrachtnemer en minder op in hoeverre de werkzaamheden van de zzp’er overeenkomen met die van de reguliere werknemers. Ook willen de partijen een aparte commissie oprichten die zal begeleiden bij de kwalificatie van arbeidsovereenkomsten. Hierbij zullen de volgende drie concrete criteria getoetst worden:

  1. Zelfstandigentoets: bij deze toets wordt gekeken of iemand zich naar buiten toe gedraagt als zelfstandige. Hierbij wordt bijvoorbeeld gekeken naar het hebben van meerdere opdrachten, het investeren in eigen bedrijfsmiddelen en het lopen van ondernemersrisico.
  2. Werkrelatietoets: binnen dit toetsingskader wordt beoordeeld of de opdracht op zelfstandige basis kan worden uitgevoerd. Hier wordt bijvoorbeeld gekeken naar hebben van grote vrijheid in de uitvoering van het werk, werktijden en verlof, of iemand uit vrije wil zelfstandige is en of er sprake is van hiërarchische controle.
  3. Sectoraal rechtsvermoeden: doordat sommige sectoren een hoger risico hebben op schijnzelfstandigheid, zal aan het type sector ook gewicht worden gehangen.

Waar beide wetsvoorstellen wel met elkaar overeenkomen is het rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst bij een loon van minder dan 33 euro per uur. Verder sluit het initiatief aan bij het Deliveroo-arrest en is hierbij alleen het gezichtspunt ‘inbedding’ bewust weggelaten vanwege de onduidelijkheid hiervan.

 

Tot slot

Heb je nog vragen over schijnzelfstandigheid, VBAR en/of het nieuwe conceptwetsvoorstel, neem dan contact op met Sanne van Loon.

 

HVK Stevens Logo

HVK Stevens is gespecialiseerd in het adviseren van ondernemers, corporates, private equity fondsen, families en familiebedrijven

HVK Stevens logo

Amsterdam

HVK Stevens
Apollolaan 150
1077 BG Amsterdam
+31 (0)20 76 30 900
info@hvkstevens.com
Routebeschrijving

Rotterdam

HVK Stevens
Westerkade 2B
3016 CL Rotterdam
+31 (0)20 76 30 900
info@hvkstevens.com
Routebeschrijving

Luxemburg

HVK Stevens
22, Rue du Marché-aux-Herbes
L – 1728
Luxemburg
info@hvkstevens.com
Routebeschrijving

Curacao

Lagun Family Services B.V.
11 Johan van Walbeeckplein
Willemstad
Curacao
info@lagunfs.com
Routebeschrijving