Op basis van de btw-wetgeving is het btw-nultarief van toepassing op de levering van goederen die zijn bestemd voor de bevoorrading van bepaalde schepen. Dit is ook zo vastgelegd in het Besluit Voorschrift Tabel II. Recent heeft de Staatssecretaris van Financiën een wijziging van dit Besluit aangekondigd. De wijziging houdt in dat het btw-nultarief niet kan worden toegepast voor de bevoorrading van specifieke boorplatforms.
In deze nieuwsbrief geven wij eerst een korte toelichting op de voorwaarden voor toepassing van het btw-nultarief en gaan wij daarna in op de wijziging van het Besluit.
Toepassing btw-nultarief
Een voorwaarde voor de toepassing van het btw-nultarief is dat de goederen zijn bestemd voor de bevoorrading van schepen die voor meer dan zeventig procent worden gebruikt voor de vaart op volle zee. Onder de volle zee wordt verstaan “alle delen van de zee die niet behoren tot de territoriale wateren of tot de binnenwateren van Nederland”. Hierna zullen wij spreken over zeeschepen.
Aangenomen kan worden dat schepen die beschikken over een zogenoemd IMO-nummer, kwalificeren als zeeschepen. Leveranciers die goederen leveren voor de bevoorrading van schepen die niet over een dergelijk nummer beschikken moeten op een andere manier kunnen aantonen dat het schip wordt gebruikt voor de vaart op volle zee.
Naast de voorgaande voorwaarde moeten de zeeschepen worden gebruikt voor bepaalde activiteiten. Dit kan zijn (i) het tegen betaling vervoeren van passagiers of (ii) het uitoefenen van activiteiten die zien op de industrie, handel of visserij.
Varen is bijkomstige functie
In het Besluit is goedgekeurd dat vaartuigen waarbij het varen bijkomstig is ten opzichte van hun hoofdfunctie, ook als zeeschepen kunnen kwalificeren. De hoofdfunctie van het vaartuig moet dan zien op het gebruik van het vaartuig voor de uitvoering van een industriële, handels- of visserijactiviteit.
Specifiek moet het gaan om vaartuigen die vanwege die hoofdfunctie alleen in de (wind) offshore-industrie worden ingezet. Voorbeelden van deze vaartuigen zijn baggerschepen en schepen waarmee pijpleidingen op de zeebodem worden gelegd. Ook drijvende boorplatforms worden genoemd als dergelijke vaartuigen.
Wijziging Besluit
De Staatssecretaris heeft het Besluit nu gewijzigd naar aanleiding van Europese rechtspraak. De wijziging houdt in dat per 1 januari 2023 bepaalde boorplatforms niet meer kwalificeren als schepen die worden gebruikt op volle zee.
Het gaat dan om “opvijzelbare boorplatforminstallaties die met aan het boorplatform gemonteerde pijlers op de zeebodem worden gezet om te worden gebruikt als een statisch platform”.
Dit betekent dat de levering van goederen voor de bevoorrading van zulke boorplatforms per 1 januari 2023 niet meer is onderworpen aan het btw-nultarief.
Let op dat voor de bevoorrading van drijvende boorplatforms nog wel het btw-nultarief kan worden toegepast.
Levering van zeeschepen
Apart van de besproken wijziging, is het goed om te vermelden dat het btw-nultarief ook van toepassing is op de levering van de zeeschepen die worden gebruikt voor de in de vierde alinea beschreven activiteiten.
Conclusie
Op de levering van goederen bestemd voor de bevoorrading van boorplatforms mag onder voorwaarden het btw-nultarief worden toegepast. Vanaf 1 januari 2023 geldt dit niet meer als de bevoorrading ziet op een boorplatform dat wordt gebruikt als statisch platform.
Heeft u vragen over de toepassing van het btw-nultarief in uw situatie? Ons scheepvaart service team assisteert u graag bij uw fiscale en juridische vragen. Daarnaast komt u via deze link terecht op ons deel van de website dat speciaal is gericht op scheepvaartondernemingen.