Implementatiebesluit registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructiesÂ
Net zoals het UBO-register, waarin de uiteindelijk belanghebbenden van onder andere bv’s, nv’s, stichtingen en verenigingen zich dienen te registreren, begint ook het register voor de uiteindelijk belanghebbende van trusts en soortgelijke juridische constructies meer vorm te krijgen. Op 28 juni jl. is de internetconsultatie gestart met betrekking tot het implementatiebesluit ‘registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke constructies’. In deze nieuwsbrief leest u de belangrijkste punten.
Achtergrond
In het implementatiebesluit ‘registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke constructies’ (hierna: “Implementatiebesluit“) worden een aantal zaken, die reeds in de implementatiewet ‘registratie uiteindelijk belanghebbenden’ (hierna: “Implementatiewet“) zijn geregeld, verder uitgewerkt (de link naar onze nieuwsbrief inzake de Implementatiewet treft u hier aan). De Implementatiewet en het Implementatiebesluit strekken tezamen tot een verplichte registratie in het nieuwe Trustregister. De verplichting om uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische entiteiten te registreren volgt uit de Europese vierde anti-witwasrichtlijn die dient tot voorkoming van het witwassen van geld of terrorismefinanciering.
Inhoud besluit
In het Implementatiebesluit worden, in aanvulling op de Implementatiewet, verschillende onderwerpen nader uitgewerkt, waaronder:
- het begrip “uiteindelijk belanghebbende”;
- de klassen waarin de omvang van het economisch belang kan worden uitgedrukt;
- de bewaartermijnen;
- de afschermingsgronden; en
- de bevoegde autoriteiten.
De uiteindelijk belanghebbende
Natuurlijke personen die als oprichter, trustee of protector optreden, worden aangemerkt als uiteindelijk belanghebbenden. Uiteindelijk belanghebbenden dienen zich te registeren in het Trustregister. Zonder nadere regelgeving zouden tevens alle personen die een uitkering kunnen krijgen uit de trust of uit een soortgelijke juridische constructie, de “begunstigden”, zich moeten registeren om aan de registratieplicht – die uit de Implementatiewet volgt – te voldoen. Hierdoor zou de registratieplicht onredelijk zwaar drukken op begunstigden die, verhoudingsgewijs, maar een zeer beperkt belang hebben. Met het oog op de uitvoerbaarheid is daarom een specifieke regeling opgenomen in het Implementatiebesluit. Alleen begunstigden met een belang van ten minste drie procent zullen worden aangemerkt als uiteindelijk belanghebbenden. Indien geen enkele begunstigde een belang van ten minste drie procent houdt, kan bij de registratie worden volstaan met een omschrijving van de groep in wier belang de trust of soortgelijke juridische constructie is opgericht of werkzaam is. Bijvoorbeeld een groep investeerders of een familie(staak).
Klassen economisch belang
In een trust of soortgelijke juridische constructie worden goederen toevertrouwd aan een trustee of beheerder die deze vermogensbestanddelen vervolgens – binnen voorgeschreven kaders (bijvoorbeeld de trustakte) – aanwendt voor begunstigden. Om te bepalen wat de “omvang van het economische belang” is, wordt gekeken naar de mate (uitgedrukt in percentages) waarin die goederen het eigendom zijn of worden van een bepaalde uiteindelijk belanghebbende. De aard en omvang van dit gehouden economisch belang behoren tot de verplicht te registreren gegevens. Het Implementatiebesluit stelt verschillende klassen vast om de omvang weer te geven. Met het hanteren van deze klassen worden onredelijk hoge lasten aan de kant van de trustees en begunstigden voorkomen. De exacte omvang van een belang kan immers vaak veranderen en dus leiden tot veel wijziging in het register.
De opgenomen klassen zijn als volgt:
- klasse a: ten minste 3 procent tot en met 25 procent;
- klasse b: ten minste 26 procent tot en met 50 procent;
- klasse c: ten minste 51 procent tot en met 75 procent;
- klasse d: ten minste 76 procent tot en met 100 procent.
Bewaartermijnen
Het Implementatiebesluit bepaalt dat de in het register opgenomen informatie toegankelijk dient te blijven tot tien jaar nadat de grond voor de registratie van die gegevens en bescheiden is opgehouden te bestaan. De beheerder van het register mag de persoonsgegevens van raadplegers van het register niet langer dan vijf jaar bewaren.
Afschermingsgronden
In de Implementatiewet is een beschermingsgrond opgenomen voor uiteindelijk belanghebbenden. Het is mogelijk om informatie, die anders voor eenieder toegankelijk is, af te laten schermen. In het Implementatiebesluit is vastgesteld wanneer een verzoek tot afscherming wordt toegekend. Het betreft twee limitatieve gronden.
- De eerste grond betreft gevallen waarin de uiteindelijk belanghebbende van overheidswege beveiligd wordt. Dit betreft bijvoorbeeld personen die op gezag van de Minister van Justitie en Veiligheid worden beveiligd, of personen die door de politie worden beveiligd in opdracht van de Hoofdofficier van Justitie.
- De tweede grond betreft personen die minderjarig of handelingsonbekwaam zijn. Bij een verzoek op minderjarigheid vindt een controle plaats met persoonsgegevens en wordt het verzoek toegewezen indien de leeftijd van achttien jaren nog niet is bereikt. Afscherming op grond van handelingsonbekwaamheid wordt in drie situaties gehonoreerd:
- indien de betrokkene onder curatele is geplaatst;
- indien de betrokkene onder bewind is geplaatst omdat hij of zij niet meer in staat is diens vermogensrechtelijke belangen te behartigen;
- indien de betrokkene in het buitenland handelingsonbekwaam is verklaard.
Bevoegde autoriteiten
Uit de Implementatiewet volgt dat bevoegde autoriteiten en financiële inlichtingen eenheden zonder enige beperking toegang moeten hebben tot het register. In het Implementatiebesluit is uiteengezet welke autoriteiten als bevoegde autoriteiten worden aangemerkt. Een opsomming van deze autoriteiten kunt u vinden op pagina 8-9 van het Implementatiebesluit. Een link naar het Implementatiebesluit treft u hier aan.
Tot slot
Het fundament van de Implementatiewet staat nog altijd. Het Implementatiebesluit vult de kleine leemtes van de Implementatiewet in en zorgt voor een tegemoetkoming voor de trustees waar de registratieplicht op rust. Aangezien registratie pas noodzakelijk is wanneer er sprake is van ten minste drie procent economisch belang, hoeven op basis van het Implementatiebesluit niet meer alle begunstigden te worden geregistreerd in het register. Ook het feit dat niet het exacte belang hoeft te worden geregistreerd, maar dat bij de registratie dient te worden aangegeven in welke van de vier klassen het belang valt, komt tegemoet aan kritieken die op de Implementatiewet werden geuit. De internetconsultatie loopt tot 9 augustus 2021. Wij houden u uiteraard op de hoogte van de ontwikkelingen. Mocht u in de tussentijd vragen hebben over dit onderwerp of anderszins, neem dan gerust contact met ons op.