De Minister van Financiën heeft zijn antwoorden op de vragen van de Eerste Kamer bekend gemaakt. Interessante punten zijn:
– De peildatum van de UBO-gegevens wordt het moment van de eerste inschrijving in het UBO-register (en dus niet 10 januari 2020 of de inwerkingtreding van de wet).
– Juridische entiteiten krijgen achttien maanden de tijd vanaf inwerkingtreding van de wet om de UBO-gegevens in te schrijven.
– UBO-wijzigingen die optreden tijdens de achttien maanden moeten alleen worden opgegeven als de UBO al is geregistreerd in het UBO-register.
– De terugmeldplicht van WWFT-instellingen geldt al in de hierboven genoemde periode van achttien maanden, maar alleen voor zover de UBO-gegevens zijn ingeschreven.
– Buitenlandse vennootschappen die hun zetel naar Nederland verplaatsen, moeten ook hun UBO registreren.
– Vooralsnog wordt niet voorzien in een UBO-register in Caribisch Nederland.
– Heeft een juridische entiteit geen UBO maar meerdere bestuurders, dan worden alle bestuurders als pseudo-UBO ingeschreven.
Er wordt overwogen om een voorlichtingsaanvraag bij de Raad van State in te dienen aangaande het wetsvoorstel. Een concept voorlichtingsaanvraag staat geagendeerd voor de commissievergadering op 3 maart 2020.
Voor het gehele memorie van antwoord, klikt u hier.