In 2023 is de Tijdelijke Wet Transparantie Turboliquidatie in werking getreden voor een periode van twee jaar. Per brief van 12 augustus 2025 heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aangekondigd een wetswijziging voornemens te zijn om de voorzieningen in deze wet, zo nodig aangepast, permanent in te voeren. Daarbij heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aangegeven dat hij het wenselijk acht dat de voorzieningen in de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie van kracht blijven gedurende de voorbereiding van de permanente wet. Op 30 augustus 2025 is bij Koninklijk besluit besloten dat de Tijdelijke Wet Transparantie Turboliquidatie in ieder geval tot 15 november 2027 van kracht blijft.
In de Tijdelijke Wet Transparantie Turboliquidatie is het volgende geregeld:
(i) het bestuur van rechtspersonen die gebruik maken van een turboliquidatie zijn verplicht om een aantal – in artikel 2:19b Burgerlijk Wetboek genoemde – financiële stukken openbaar te maken en eventuele schuldeisers hiervan schriftelijk op de hoogte te brengen;
(ii) op verzoek van het Openbaar Ministerie kan de rechtbank een bestuursverbod opleggen aan bestuurders, indien zij (a) niet hebben voldaan aan artikel 2:19b van het Burgerlijk Wetboek, (b) in aanloop naar de turboliquidatie doelbewust één of meer schuldeisers aanmerkelijk hebben benadeeld of (c) herhaaldelijk betrokken zijn geweest bij een turboliquidatie met achterlating van schulden of bij een faillissement en daarvan een persoonlijk verwijt treft.
(iii) schuldeisers krijgen een inzagerecht in de bewaarde administratie van de ontbonden rechtspersoon als het bestuur artikel 2:19b van het Burgerlijk Wetboek niet is nagekomen.
De Tijdelijke Wet Transparantie Turboliquidatie zal voorlopig dus van kracht blijven en hoogstwaarschijnlijk worden omgezet naar een permanente wet.