Kabinet Schoof heeft zijn eerste belastingpakket gepresenteerd. Dit pakket lijkt erop gericht om de vastgoed(beleggings)wereld te stimuleren. Maar is dat wel echt zo? Lees onze beknopte bespreking van de belangrijkste maatregelen specifiek voor vastgoed.
Stimulering van investeringen in huurwoningen
De vrijdag voor Prinsjesdag kondigde het kabinet maatregelen aan om investeren in private huur, middenhuur en vrije huur aantrekkelijker te maken.
Eén van de maatregelen is het voorstel om het algemene tarief in de overdrachtsbelasting voor beleggingen in woningen per 1 januari 2026 te verlagen van 10,4% naar 8%. De exacte regeling volgt in oktober. Daarnaast wordt de zogenaamde earningsstrippingregeling verruimd. Deze algemene renteaftrekbeperking binnen de vennootschapsbelasting wordt vanaf 2025 gunstiger door het verhogen van het percentage aftrekbare rente van 20% naar 25% van de fiscale EBITDA.
Anti-fragmentatieregel
Ondanks de wens om woningbeleggingen te stimuleren, komt het kabinet tegelijkertijd met een verstrenging van de earningsstrippingregeling, specifiek voor vastgoedvennootschappen.
Binnen deze regeling is rente tot een drempelbedrag van € 1.000.000 volledig aftrekbaar en niet beperkt tot een percentage van de fiscale EBITDA. Bedrijven kunnen hiervan profiteren door activiteiten en schulden te verdelen over verschillende vennootschappen, zodat ze meerdere keren gebruik kunnen maken van deze drempel en alle rentelasten kunnen aftrekken van de gecombineerde winsten. Het vorige kabinet constateerde echter dat in de vastgoedsector (te) veel fragmentatie plaatsvond.
Daarom werd door het vorige kabinet al een anti-fragmentatieregel aangekondigd, gericht op vastgoedvennootschappen. Het huidige kabinet voert deze nu in. Vanaf 2025 wordt de drempel van € 1.000.000 geschrapt voor vennootschappen waarvan minimaal 70% van de bezittingen voor minimaal 50% van het jaar uit aan derden verhuurd vastgoed bestaat. Opvallend is dat deze maatregel ook geldt voor vennootschappen die geen onderdeel uitmaken van een fragmentatiestructuur, wat de vraag oproept of de regel niet zijn doel voorbijschiet.
Vastgoedaandelentransacties
Er is nog geen wetsvoorstel gepubliceerd over de eerder geconsulteerde overdrachtsbelasting op nieuwbouw via vastgoedaandelentransacties vanaf 1 januari 2025. Dit voorstel, dat een speciaal tarief van 4% zou invoeren, wordt later dit jaar verwacht, net als de regeling voor overdrachtsbelasting bij juridische splitsingen van vastgoedvennootschappen.
Herzieningsregeling BTW op (kostbare) diensten aan onroerende zaken
Vanaf 1 januari 2026 worden de herzieningsregels voor de aftrek van btw op investeringsgoederen uitgebreid naar (kostbare) diensten aan onroerende zaken. Dit betekent dat de btw-aftrek voor zulke diensten over meerdere jaren gevolgd moet worden en de initiële btw-aftrek wordt afgestemd op het gebruik van de dienst (belast of vrijgesteld). De herzieningstermijn wordt vastgesteld op vijf boekjaren, inclusief het jaar waarin de dienst wordt afgenomen. Voor diensten met een waarde van meer dan € 30.000 (exclusief btw) gelden deze nieuwe regels. Deze herzieningsregeling is van toepassing op investeringsdiensten die vanaf 1 januari 2026 in gebruik worden genomen.
Meer weten over deze en andere Prinsjesdagmaatregelen?
Dit artikel biedt een beknopte blik op de belangrijkste maatregelen, maar we weten als geen ander dat elk scenario uniek is. Onze specialisten staan klaar om je verder te helpen en samen de impact van deze veranderingen op jouw situatie te bespreken. Neem gerust contact op via de profielen hieronder.
Wil je een compleet overzicht van alle Prinsjesdagmaatregelen? Bekijk ons overzichtsartikel waarin we de belangrijkste veranderingen kort bespreken.