Vandaag hebben de zittende coalitiepartijen hun Coalitieakkoord 2021-2025 gepresenteerd. Dit akkoord bevat belangrijke fiscale beleidsvoornemens voor de komende kabinetsperiode. HVK Stevens maakte voor u een selectie.
Box 1
Verlagen zelfstandigenaftrek: Ten behoeve van een beter evenwicht in fiscale behandeling van ZZP-ers en werknemers in loondienst wordt de zelfstandigenaftrek vanaf 2023 met stappen van € 650 euro verder teruggebracht tot € 1200 in 2030. Zelfstandigen worden gedurende de kabinetsperiode gecompenseerd via de verhoging van de arbeidskorting.
Verhoging onbelaste reiskostenvergoeding: Vanaf 1 januari 2024 wordt de onbelaste reiskostenvergoeding verhoogd. De precieze tariefsverhoging wordt nader uitgewerkt.
Afschaffen middelingsregeling: Onder de middelingsregeling kan de heffing van inkomstenbelasting bij een eenmalige piek in de inkomsten worden beperkt. Het nadeel van de progressieve tariefstructuur wordt in dat geval beperkt door de belastbare inkomens van drie jaren te middelen. De regeling wordt per 2023 afgeschaft.
Box 2
Het wetsvoorstel excessief lenen wordt aangepast, waarbij de grens wordt verhoogd van € 500.000 euro naar € 700.000.
Box 3
Aanpassing box 3: Per 2025 zal er een nieuw box 3 stelsel op basis van reëel rendement worden ingevoerd, waarbij inkomsten uit vermogen worden belast op basis van werkelijk rendement. In het nieuwe box 3 stelsel zullen sparen en beleggen direct op reëel rendement worden belast; de waardeontwikkeling van vastgoed zal aanvankelijk echter nog forfaitair worden belast, waarbij zo snel als mogelijk de overstap wordt gemaakt naar werkelijk rendement.
Afschaffing leegwaarderatio: Per 2023 zal de zogenaamde leegwaarderatio voor verhuurde onroerende zaken in box 3 worden afgeschaft. Deze ratio biedt een korting op de belaste waarde van beleggingspanden bij gedeeltelijke verhuur of verhuur tegen een ongebruikelijk lage huur. Door de afschaffing van deze korting moet volgens de coalitiepartners meer balans ontstaan in het huidige fiscale regime voor particulieren en beleggers die woningen voor de verhuur aanhouden in box 3.
Verhoging vrijstelling: De vrijstelling in box 3 gaat omhoog naar ongeveer € 80.000 per 2023 (€ 50.650 in 2022).
Vennootschapsbelasting (“VPB”)
Verbreding heffingsgrondslag: In meer gevallen dan nu zullen BV’s, NV’s en ander VPB-plichtige lichamen moeten afrekenen over winsten die zij of zelf hun buitenlandse dochtermaatschappijen behalen in laagbelastende landen. Levert deze aanscherping te weinig opbrengst op voor de schatkist, dan zal het kabinet overwegen om aanpassingen te doen aan het verlaagde tarief van 15% dan wel de verlengde eerste tariefschijf van € 395.000 in de vennootschapsbelasting. Dit betekent dat ondanks recente politieke ophef, het verlaagde tarief en de verlengde eerste tariefschijf voorlopig blijven voortbestaan.
Schenk- en erfbelasting
Afschaffen schenkingsvrijstelling eigen woning (de ‘jubelton’): In het coalitieakkoord is opgenomen dat de verruimde schenkvrijstelling voor de eigen woning per 2024 wordt geschrapt. U zou daardoor nog twee jaar de tijd hebben om van deze schenkvrijstelling gebruik te maken. Kortgezegd geldt deze eenmalige hoge schenkingsvrijstelling van € 105.302 (2021) voor de verwerving, verbetering of onderhoud van een eigen woning en aflossing van een eigenwoningschuld voor ontvangers van 18 tot 40 jaar oud.
De huidige vrijstelling geldt niet alleen voor een schenking van ouders aan een kind, maar ook voor andere verhoudingen zoals kleinkinderen, broers/zussen, neefjes/nichtjes en vrienden. Onder de huidige wetgeving heeft de ontvanger na het doen van de schenking in beginsel nog twee jaren de tijd om de schenking ten behoeve van de verwerving, verbetering of onderhoud van een eigen woning en aflossing van een eigenwoningschuld te gebruiken.
Bedrijfsopvolgingsfaciliteiten: Onderzocht gaat worden hoe de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten kunnen worden verbeterd en oneigenlijk gebruik van de regeling kan worden tegengegaan, zodat de regeling wordt gebruikt waarvoor deze bedoeld is. Een evaluatie in 2022 moet meer duidelijkheid brengen. In het coalitieakkoord wordt niet concreet gesproken over afschaffing van de BOR. Maar afschaffing kan nog steeds aan de orde komen.
Overdrachtsbelasting
Verhoging overdrachtsbelasting niet-woningen (8% naar 9%): De overdrachtsbelasting op verkrijgingen van niet-woningen én op verkrijgingen van woningen door rechtspersonen en particulieren die niet zelf langdurig in de woningen gaan wonen, wordt verhoogd van 8% naar 9%. Deze maatregel wordt ingevoerd per 2023.
Verhuurderheffing
De verhuurderheffing wordt met ingang van 2023 afgeschaft. Afdwingbare prestatieafspraken worden per woningmarktregio gemaakt met corporaties en medeoverheden voor wat betreft productie van nieuwe woningen.
Auto
Kilometerheffing: In 2030 wordt een zogenaamde “MRB Plus” ingevoerd: een vlak kilometertarief voor alle personen- en bestelauto’s. De heffing zal niet tijd- of plaatsgebonden zijn en zowel gelden voor elektrische auto’s als voor auto’s die rijden op fossiele brandstof. Het coalitieakkoord geeft nog geen verdere details van deze kilometerheffing.
Afbouwen vrijstelling BPM bestelauto’s ondernemers: In de BPM geldt momenteel een vrijstelling voor bestelauto’s van ondernemers. Deze vrijstelling wordt per 1 januari 2024 in drie stappen naar nul afgebouwd in 2026. Hierna is het reguliere BPM-tarief voor bestelauto’s ook van toepassing voor ondernemers. De vrijstelling in de BPM voor emissievrije bestelauto’s blijft wel bestaan.
Milieu
Energiebelasting en ODE: In de energiebelasting vindt een herijking plaats van belaste grondslagen en tarieven.
De CO2-heffing voor de industrie wordt aangescherpt. Aanscherping vindt plaats via een aanpassing van het aantal dispensatierechten en het tarief.
Vliegbelasting: vanaf 2023 wordt de vliegbelasting verhoogd.
Energie-investeringsaftrek: Het budget van de Energie-investeringsaftrek wordt per 1 januari 2023 met € 50 miljoen structureel verhoogd.
Milieu-investeringsaftrek: Het budget van de Milieu-investeringsaftrek wordt per 1 januari 2025 met € 30 miljoen structureel verhoogd.