In deze nieuwsbrief besteden wij aandacht aan de fiscale ontwikkelingen van maart 2022. Daarbij zullen onder andere de ‘jubelton’, een wijziging in de Wet Excessief lenen bij eigen vennootschap en het verscherpte toezicht op crypto’s aan bod komen.
Indien u na het lezen van deze nieuwsbrief of anderszins vragen en/of opmerkingen heeft, aarzelt u niet contact op te nemen met uw adviseur binnen HVK Stevens of met één van de in deze nieuwsbrief vermelde personen.
”Jubelton” vervroegd versoberd
Staatssecretaris voor Fiscaliteit en Belastingdienst Van Rij (de “staatssecretaris“) schrijft in de kamerbrief van 8 maart jl. voornemens te zijn om reeds per 1 januari 2023 de schenkingsvrijstelling voor de eigen woning (ook wel “jubelton“) te verlagen van thans € 106.671 naar € 27.231. Deze vrijstelling wordt daarmee gelijkgetrokken met het bedrag van de eenmalig verhoogde vrijstelling voor schenkingen door ouders aan hun kinderen. Hiermee wordt gehoor gegeven aan de motie-Alkaya, waarin de regering werd verzocht om de vrijstelling zo ver als mogelijk te verlagen. De staatssecretaris ziet om uitvoeringstechnische redenen af van directe afschaffing of verlaging naar een symbolisch bedrag (€ 1,-). De additionele opbrengst van de voorgestelde verlaging bedraagt jaarlijks circa € 7 mln., aldus de staatssecretaris.
Zoals aangekondigd in het coalitieakkoord wordt de vrijstelling geheel afgeschaft per 1 januari 2024.
Wijziging wet excessief lenen
Op 24 maart is met de 3e nota van wijziging (“NvW”) het drempelbedrag in het voorstel van de Wet Excessief lenen bij eigen vennootschap verhoogd van € 500.000 naar € 700.000. De regering beoogt met deze wet het lenen door een directeur-grootaandeelhouder (“dga“) bij de eigen vennootschap te beperken. Dit doel wordt bereikt door schulden aan de eigen BV boven het drempelbedrag (€ 700.000) te belasten in box 2 tegen het thans geldende aanmerkelijk belang tarief (“AB-tarief”) van 26,9%. Volgens de uitvoeringstoets is inwerkingtreding van de wet mogelijk vanaf 1 januari 2023, waarbij het eerste toetsmoment voor de vaststelling van de hoogte van de schulden is gelegen op 31 december 2023.
Voor de volledigheid dient daarbij opgemerkt te worden dat kort na de 3e NvW door de Tweede Kamerleden Maatoug en Van der Lee van GroenLinks, op 29 maart, twee amendementen zijn ingediend. In de amendementen wordt voorgesteld om (a) het drempelbedrag te verlagen tot € 17.500 (in plaats van te verhogen tot € 700.000) en (b) de uitzondering voor eigenwoningschulden te laten vervallen. Ondanks dat wij niet verwachten dat deze amendementen een Kamermeerderheid zullen krijgen vanwege de afspraken in het coalitieakkoord, menen wij dat het belangrijk is om alle ontwikkelingen op de voet te blijven volgen.
In dit kader is tot slot van belang dat nog gezocht wordt naar mogelijkheden om de verwachte belastingteruggaaf naar aanleiding van het Kerstavond-arrest over de vermogens-rendementsheffing (box 3) te financieren. Volgens een bericht van het ministerie van Financiën wordt in dat kader ook gekeken naar het vermogen in box 2.
Leent u meer van uw BV dan het drempelbedrag, dan is het raadzaam om daarover met uw adviseur in gesprek te gaan en de impact van het wetsvoorstel te bespreken. Wanneer u hierover van gedachten wilt wisselen, neem gerust contact met ons op.
Samenloop eigenwoningregeling met APV-regeling
Uit recente jurisprudentie volgt dat een woning, die wordt gehouden door een als afgezonderd particulier vermogen kwalificerende stichting (“APV”), als bedoeld in art. 2.14a van de Wet inkomstenbelasting 2001 (“Wet IB 2001”), onder omstandigheden kan kwalificeren als eigen woning als bedoeld in art. 3.111 Wet IB 2001. Ondanks dat de (economische) eigendom niet wordt gehouden door degene aan wie de bezittingen en schulden, inkomsten en uitgaven van het APV worden gerekend, maar door het APV. Voor zover het niet gewenst is dat de buitenwereld kan achterhalen van wie een bepaalde woning is, biedt deze uitspraak van het Hof Den Haag mogelijkheden om dat te bereiken. Vanzelfsprekend dient daarbij rekening gehouden te worden met het inmiddels ingevoerde UBO-register en het nog in te voeren Trustregister. Indien u hier een keer verder over van gedachten wilt wisselen, vernemen wij dat graag.
Aangifte inkomstenbelasting 2021 en crypto
Sinds begin maart is het mogelijk om aangifte inkomstenbelasting te doen over het jaar 2021. Daarbij dient extra aandacht gegeven te worden aan cryptovaluta (zoals Bitcoin). Deze zullen (vrijwel) nooit in de vooraf ingevulde aangifte (“VIA“) staan opgenomen, omdat derden (nog) niet verplicht zijn om deze gegevens door te geven aan de Belastingdienst.
De EU werkt echter aan nieuwe regels (“DAC 8“) die de platformen, waarop de cryptomunten worden verhandeld, verplichten de waarde van de portefeuilles van hun klanten door te geven aan de betreffende autoriteiten. Het is nog niet duidelijk wanneer deze maatregelen effect zullen hebben.
Zodra de fiscus over de data van de handelsplatformen beschikt, kan er tot 5 jaren (en in sommige gevallen zelfs tot 12 jaren) worden nagevorderd. Het is daarom relevant om de gehouden cryptomunten goed bij te houden en op te geven in de aangifte inkomstenbelasting. Heeft u interesse in de fiscaliteit rondom crypto’s? Luister dan de podcast die Jeroen Peters en Jeroen Ruijg in het licht van dit onderwerp hebben opgenomen.