Vandaag is een nieuw (verzamel)besluit voor de overdrachtsbelasting gepubliceerd (besluit van 23 april 2021, nr. 2021-64140, nr. 226617), dat het besluit van 15 oktober 2015, nr. BLKB2015/794M (Stcrt. 2015, nr. 36766) vervangt. In dit nieuwe besluit gaat het om het belastbaar feit voor de overdrachtsbelasting. Behalve nieuwe goedkeuringen voor:
(1) de situatie waarin afstand wordt gedaan van een recht van opstal tegen verkrijging van een onverdeeld aandeel in een onroerende zaak; en
(2) de situatie van een verkrijging van aandelen bij een juridische moeder-dochterfusie,
zijn de voorwaarden voor een onbelaste (de)certificering van aandelen in een onroerende zaak rechtspersoon (“OZR”) aangepast. In een aantal situaties vergemakkelijken deze goedkeuringen en de aanpassing gewenste herstructureringen. Indien u vragen heeft over mogelijke gevolgen van dit nieuwe besluit voor u en/of graag meer informatie wilt neem dan contact op met uw HVK Stevens adviseur.
(1) Afstand recht van opstal tegen verkrijging onverdeeld aandeel in een onroerende zaak
Wat is het recht van opstal?
Een recht van opstal is het recht om in, op of boven een onroerende zaak (bijvoorbeeld een stuk grond) van iemand anders gebouwen, werken of beplantingen in eigendom te hebben. Het gebouw dat op andermans grond staat, wordt het opstal genoemd. De eigenaar van het opstal heet een ‘opstalhouder’ of ‘opstaller’. Met een opstalrecht kun je bijvoorbeeld eigenaar zijn van een woning op andermans grond. Het recht van opstal lijkt veel op erfpacht. Echter, het erfpachtrecht geeft alleen het recht tot gebruik of genot van de grond en gebouwen van iemand anders.
Waarvoor wordt een goedkeuring verleend?
Zowel de afstand van het recht van opstal als de verkrijging van het onverdeeld aandeel in de onroerende zaak, vormt een belastbaar feit voor de overdrachtsbelasting. Indien een opstalhouder afstand doet van het recht van opstal, dat is gevestigd ten laste van een gedeelte van een onroerende zaak en in ‘ruil’ daarvoor een onverdeeld aandeel in dezelfde onroerende zaak verkrijgt, wordt onder voorwaarden een tegemoetkoming verleend voor verschuldigde overdrachtsbelasting.
(2) Verkrijging van aandelen bij een juridische moeder-dochterfusie
Wanneer wordt de verkrijging van aandelen belast met overdrachtsbelasting?
Voor de heffing van overdrachtsbelasting is sprake van een belastbaar feit ingeval van een verkrijging van onroerende zaken of rechten waaraan deze zijn onderworpen. Aandelen in een zogenoemd onroerendezaakrechtspersoon (OZR) worden bij fictie gelijkgesteld met onroerende zaken (dit zijn zogenoemde ‘fictieve onroerende zaken’). Om te beoordelen of sprake is van een OZR moet aan bepaalde voorwaarden zijn voldaan. Indien aan deze voorwaarden is voldaan is ook de verkrijging van deze fictieve onroerende zaken belast met overdrachtsbelasting. Bij een simpele herstructurering kan dus sprake zijn van een belastbaar feit voor de overdrachtsbelasting indien in de structuur sprake is van een OZR. Indien sprake is van een OZR en het voornemen bestaat om een (omgekeerde) moeder-dochterfusie uit te voeren, dan verdient het aanbeveling de voorwaarden van dit beleid door te nemen.
Waarvoor wordt een goedkeuring verleend?
Bij een (omgekeerde) juridische moeder-dochterfusie fuseren een moeder (holding)- en dochter (werk)maatschappij met elkaar, waarbij één van deze twee entiteiten verdwijnt. Indien de dochtermaatschappij de verdwijnende vennootschap is, behouden de aandeelhouders van de moedermaatschappij hun aandelen en verandert er voor hen niets. Indien de moedermaatschappij de verdwijnende vennootschap is, verkrijgen de aandeelhouders van de moedermaatschappij aandelen in de dochtermaatschappij. Indien er dan aandelen in een OZR worden verkregen door de aandeelhouders, is overdrachtsbelasting verschuldigd. Indien wordt voldaan aan de voorwaarden in het besluit wordt in deze situatie een tegemoetkoming verleend voor de verschuldigde overdrachtsbelasting.
Aanpassing voorwaarde bij certificeren van aandelen en ongedaanmaken van certificering
De verkrijging van een of meer (certificaten van) aandelen in een OZR kan een belastbaar feit zijn voor de overdrachtsbelasting. Dit geldt ook voor het onderbrengen van de bedoelde aandelen in een stichting administratiekantoor tegen uitreiking van certificaten of voor het juist (terug) omwisselen van certificaten voor de onderliggende aandelen. In het besluit is voor deze situaties een voorwaarde aangepast. Voor de bijbehorende goedkeuringen is niet meer vereist dat alle aandeelhouders hun aandelen certificeren of dat alle certificaathouders hun certificaten omwisselen voor de onderliggende aandelen.