HVK Stevens overleg
21/12/2022

Pillar two – De huidige stand van zaken

De stand van zaken betreffenden Pijler 2 na aanleiding van het conceptwetsvoorstel van 24 oktober 2022.

Introductie

Op 22 december 2021 heeft de Europese Commissie een richtlijnvoorstel gepubliceerd tot waarborging van een (mondiaal) minimumniveau van belastingheffing van multinationale groepen en omvangrijke binnenlandse groepen in de EU, beter bekend als Pillar Two (Hierna: Pijler 2).  Deze regeling gaat gelden voor groepen met een omzet van ten minste € 750 miljoen

Naar aanleiding van het richtlijnvoorstel heeft Nederland op 24 oktober 2022 een conceptwetsvoorstel ter consultatie aangeboden dat als basis dient voor het definitieve wetsvoorstel. Nederland is voornemens om de minimumbelasting in te voeren via een afzonderlijke wet en dus niet op te nemen in de huidige Wet op de vennootschapsbelasting 1969. In de toekomst zullen de fiscale consequenties van een transactie dus moeten worden getoetst aan beide wetten.

Op 13 december 2022 heeft uiteindelijk ook Hongarije ingestemd met het plan van de Europese Commissie en is er een akkoord bereikt binnen de Europees Unie, betreffende Pijler 2. Door het akkoord is het reëler dat per 1 januari 2024 Pijler 2 moet zijn geïmplementeerd in de nationale wetgevingen van de desbetreffende lidstaten.

Aangezien Pijler 2 dichterbij komt zullen wij kort de drie maatregelen bespreken die in het conceptwetsvoorstel zijn opgenomen en een paar van de mogelijke complicaties die wij voorzien bij het reeds aangeboden conceptwetsvoorstel.

Drie maatregelen

Het conceptwetsvoorstel kent drie maatregelen. De invoering van de:

  • De Binnenlandse Bijheffing;
  • De Inkomeninclusiemaatregel;
  • De Onderbelastewinstmaatregel.
De Binnenlandse Bijheffing

Bij de binnenlandse bijheffing is het effectieve tarief in Nederland lager dan 15%. In deze situatie zullen de in Nederland gevestigde groepsentiteiten belastingplichtig zijn voor de kwalificerende binnenlandse bijheffing. De keuze in het conceptwetsvoorstel is gemaakt voor deze wijze van heffing met als reden de bescherming van de belastingopbrengst in Nederland. Door het invoeren van een kwalificerende binnenlandse bijheffing heeft Nederland de mogelijkheid om over de winst van in Nederland gevestigde laagbelaste groepsentiteiten van een multinationale groep bij te heffen.

De Inkomeninclusiemaatregel

Een in Nederland gevestigde moedermaatschappij zal op grond van de inkomen-inclusiebijheffing een minimumbelasting moeten heffen als de (buitenlandse) dochtervennootschappen niet effectief ten minste 15% belasting betalen.

Nederlandse dochtervennootschappen waarvan de aandelen worden gehouden door een uiteindelijkemoederentiteit die gevestigd is in een land dat ook de minimumbelasting heeft ingevoerd zullen in beginsel (indirect) worden geconfronteerd met bijheffing in het buitenland. In de praktijk zal zich dat echter niet gaan voordoen omdat Nederland voornemens is de Binnenlandse Bijheffing in te voeren waardoor Nederlandse dochtervennootschappen altijd ten minste effectief 15% belasting zullen betalen.

De onderbelastewinstmaatregel

Voor zover geen inkomen-inclusiemaatregel wordt toegepast door de staat waarin de uiteindelijkemoederentiteit is gevestigd, wordt de eventuele resterende bijheffing geheven bij de verschillende groepsentiteiten op grond van de onderbelastewinstmaatregel.

De onderbelastewinstbijheffing wordt toebedeeld naar rato van het aantal werknemers (uitgedrukt in voltijdsequivalenten) en de materiële activa van de groep in die betreffende staten. Zo wordt op deze wijze tot een allocatie gekomen om de bijheffing toe te delen op basis van de fysieke aanwezigheid van de groep in de desbetreffende staten.

Complicaties conceptwetsvoorstel

Zoals te lezen is in de diverse reacties op de consultatie, zijn er nog vele vragen onbeantwoord. Wij zullen twee van de mogelijke complicaties kort belichten.

Belastingverdragen

In het conceptwetsvoorstel wordt nog weinig aandacht is geschonken aan de mogelijke complicaties van het conceptwetsvoorstel met de gesloten belastingverdragen. Met name bij de inkomen-inclusiebijheffing en de onderbelastewinstmaatregel zullen mogelijk belastingverdragen een rol gaan spelen, aangezien de twee methodes zullen resulteren in een mogelijke extraterritoriale heffing.

Belastingverdragen kennen zogenoemde toekenningsregels, waar aan de hand van het belastingverdrag de belastingheffing aan een land wordt toegekend. Indien aan de hand van de inkomen-inclusiebijheffing en de onderbelastewinstmaatregel winsten worden belast in andere landen, conform een toebedeling naar  rato van bijvoorbeeld werknemers, dan wijkt een dergelijke toewijzing af van de toewijzingsregels uit het OESO-modelverdrag, waarbij toedeling van inkomen plaatsvindt aan het land waarin de werkelijke leiding is gelegen. Bij implementatie zal derhalve de vraag voordoen in hoeverre de wet in overeenstemming is met de artikelen 93 Jo. 94 van de Grondwet.

Transfer pricing

Als laatste willen wij de mogelijke complicaties betreffende transfer pricing belichten. Zoals reeds aangegeven in het commentaar van de NOB op het conceptwetsvoorstel, moet om het kwalificerende inkomen of verlies van een groepsentiteit te bepalen, elke transactie tussen groepsentiteiten die zijn gevestigd in verschillende staten en die niet voor hetzelfde bedrag is opgenomen in de financiële verslaggeving van die groepsentiteiten of die niet in overeenstemming is met het Arm’s length beginsel, gecorrigeerd worden.

Landen kunnen het Arm’s length beginsel verschillend interpreteren, waardoor dochtervennootschappen niet onderworpen zijn aan een effectief tarief van 15%. De vraag die onbeantwoord blijft is hoe “niet in overeenstemming met het Arm’s length beginsel” moet worden uitgelegd.

Conclusie

Nu alle lidstaten van de Europese Unie hebben ingestemd met de conceptrichtlijn wordt invoering van de minimumbelasting realiteit. Het voorstel is zeer complex. Mocht u vragen hebben over de Richtlijn, het conceptwetsvoorstel en de consequenties voor uw onderneming, neem dan contact op met één van onze specialisten.

Klik hier om dit bericht in pdf te downloaden.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:

HVK Stevens Logo

HVK Stevens is gespecialiseerd in het adviseren van ondernemers, corporates, private equity fondsen, families en familiebedrijven

HVK Stevens logo

Amsterdam

HVK Stevens
Prins Bernhardplein 200
1097 JB Amsterdam
+31 (0)20 76 30 900
info@hvkstevens.com
Routebeschrijving

Rotterdam

HVK Stevens & Reigersberg
Westerkade 2B
3016 CL Rotterdam
+31 (0)10 476 88 33
info@hvkstevens.com
Routebeschrijving

Luxemburg

HVK Stevens
4, Avenue Jean-Pierre Pescatore,
L-2324 Luxemburg,
Grand Duchy of Luxembourg
info@hvkstevens.com
Routebeschrijving

Curacao

Lagun Family Services
Landhuis Joonchi Kaya Richard
3014 Beaujon Willemstad,
Curacao
info@lagunfs.com
Routebeschrijving

Londen

HVK Stevens
Aldgate Tower
2 Leman Street, E1 8FA
Londen
info@hvkstevens.com
Routebeschrijving