In de afgelopen weken zijn er verschillende publicaties geweest vanuit de Nederlandse overheid en de Europese Commissie omtrent het UBO-register. Deze documenten geven onder andere meer duidelijkheid omtrent het begrip UBO, de openbaarheid en de implementatie van het UBO-register. In deze update zetten wij de belangrijkste gevolgen voor u op een rij.
Door de Europese Commissie is in 2015 de vierde anti-witwasrichtlijn gepubliceerd (EU 2015/849) inzake de voorkoming van het witwassen van geld of terrorismefinanciering. Onderdeel hiervan is de invoering van een register waarin de ultimate benificial owner (‘UBO’) van een rechtspersoon wordt geregistreerd. Op 19 april 2018 heeft de Europese Commissie een wijzigingsrichtlijn gepubliceerd met voorgestelde aanpassingen op de vierde anti-witwasrichtlijn. De definitieve wijzigingsrichtlijn wordt medio 2018 verwacht.
Aanpassingen in de wijzigingsrichtlijn
In de wijzigingsrichtlijn worden aanpassingen voorgesteld in de oorspronkelijke richtlijn inzake het UBO-register. De aanpassingen in de wijzigingsrichtlijn zijn van invloed op verschillende partijen. De volgende aanpassingen zijn voor u van belang:
- de UBO dient in alle lidstaten in een volledig openbaar en voor iedereen toegankelijk register te worden opgenomen;
- het specifieke trustregister wordt daarentegen enkel toegankelijk in geval van een legitiem belang;
- de definitie van een UBO wordt niet verlaagd naar een belang van meer dan 10% in plaats van meer dan 25%.
De gevolgen van de wijzigingsrichtlijn voor de invoering van het Nederlandse UBO-register strekken voornamelijk tot de verplichte invoering van een Nederlands UBO-register voor trusts en soortgelijke juridische constructies. Voorheen was de Minister van Financiën van mening dat een dergelijk register in Nederland niet nodig was omdat Nederland geen trust en soortgelijke juridische constructies zou kennen. De regelgeving omtrent dit register zal middels een separaat wetgevingstraject plaatsvinden.
De verplichte openbaarheid van het UBO-register heeft weinig consequenties voor het Nederlandse UBO-register omdat Nederland reeds voornemens was om het UBO-register openbaar te maken.
Uitstel tot 2019
Het wetsvoorstel voor de invoering van het Nederlandse UBO-register zou in de eerste helft van 2018 bij de Tweede Kamer worden ingediend, maar de Minister heeft nu aangekondigd dat dit niet eerder wordt dan begin 2019. Als reden voor het uitstel geeft hij de publicatie van de Europese Commissie van 19 april 2018. De Minister heeft laten weten eerst de definitieve wijzigingsrichtlijn te willen afwachten alvorens het Nederlandse wetvoorstel wordt ingediend. Wij merken op dat Nederland eigenlijk al op 26 juni 2017 een UBO-register had moeten hebben volgens de vierde anti-witwasrichtlijn.
Definitie UBO verduidelijkt
Op 6 april 2018 is het ontwerp Uitvoeringsbesluit Wwft 2018 (het Besluit) gepubliceerd ter implementatie van de vierde anti-witwasrichtlijn in Nederland. In dit Besluit is de Nederlandse definitie van het begrip UBO verduidelijkt in het kader van de identificatie bij dienstverlening. De definitie van de UBO in het Besluit kan afwijken van die voor het Nederlandse UBO-register omdat de doelstellingen anders zijn, maar het wordt verwacht dat de definities inhoudelijk grotendeels overeen zullen komen.
In het Besluit worden categorieën natuurlijke personen genoemd die bij specifieke juridische entiteiten worden aangemerkt als een UBO. Dit betreft een niet-limitatieve opsomming.
BV en NV
In geval van een BV of NV worden natuurlijke personen die – direct of indirect – meer dan 25% van de aandelen, stemrecht of eigendomsbelang in de vennootschap houden aangemerkt als een UBO. Ook in geval van de tussenkomst van een stichting administratiekantoor, wordt de achterliggende certificaathouder aangemerkt als een UBO.
Stichting
In geval van een stichting wordt als UBO aangemerkt een natuurlijke persoon die direct of indirect meer dan 25% van het eigendomsbelang houdt in de stichting, direct of indirect meer dan 25% van de stemmen in de besluitvorming ter zake van de wijziging van de statuten van de stichting kan uitoefenen of de feitelijke zeggenschap over de stichting kan uitoefenen.
Commanditaire vennootschappen
Een UBO van een commanditaire vennootschap is een natuurlijk persoon die direct of indirect meer dan 25% van het eigendomsbelang houdt in de personenvennootschap, de persoon die direct of indirect meer dan 25% van de stemmen kan uitoefenen bij besluitvorming ter zake van wijziging van de CV overeenkomst of ter zake van de uitvoering van die overeenkomst anders dan door daden van beheer voor zover in die overeenkomst besluitvorming bij meerderheid van stemmen is voorgeschreven, of degene die de feitelijke zeggenschap kan uitoefenen.
Twijfel over de UBO
Indien de personen die een belang van 25% of meer houden in een rechtspersoon of personenvennootschap niet kunnen worden achterhaald of indien sprake is van twijfel over het belang van een persoon, dan wordt het hoger leidinggevend personeel van de vennootschap aangemerkt als UBO. Het is nog niet geheel duidelijk of het hoger leidinggevend personeel ook als UBO moet worden aangemerkt indien er geen persoon is met een belang van 25% of meer.