In de onderstaande nieuwsbrief willen wij u graag attenderen op een aantal nuttige tips en aandachtspunten met betrekking tot de omzetbelasting. Daarnaast informeren wij u ook graag over een aantal (voorgestelde) wijzigingen binnen de omzetbelasting voor het jaar 2019.
Algemene omzetbelasting tips
Controle btw-aangiften over 2018
Heeft u al een controle gedaan van al uw ingediende btw-aangiften in 2018? Zo niet, controleer dan zo spoedig mogelijk of uw ingediende btw-aangiften over 2018 allemaal correct zijn. Houd hierbij ook rekening met eventuele btw-correcties voor bijvoorbeeld het privégebruik van de auto en het BUA. Blijkt uit uw controles dat over 2018 te weinig btw is aangegeven of dat juist te veel is afgedragen, dan kunt u dit vóór 1 april 2019 nog corrigeren met een zogenoemde suppletieaangifte. U betaalt dan over het bedrag van de naheffingsaanslag géén belastingrente. Wel kunt u over het verschuldigde bedrag een verzuimboete krijgen.
Tip: u hoeft slechts een suppletieaangifte te doen bij een totale correctie van meer dan EUR 1.000. Lagere correcties mag u verwerken in uw eerstvolgende btw-aangifte. Daarnaast kunt u correcties maken tot 5 jaar terug. Dus btw die u in 2013 te veel of te weinig heeft afgedragen, kunt u alleen nog in 2018 corrigeren. Ga dus zo snel mogelijk na of u over 2013 nog een correctie moet uitvoeren.
Let op: vanaf 1 januari 2018 kunt u een suppletieaangifte alleen nog maar digitaal indienen.
Correctie privégebruik auto 2018
Hebt u een personenauto of een bestelauto tot uw bedrijfsvermogen gerekend? En wordt deze auto door u of uw personeel ook privé gebruikt? U kunt dan de btw op de aanschaf, onderhoud en gebruik aftrekken, voor zover de auto wordt gebruikt voor btw-belaste omzet. Omdat de auto ook privé wordt gebruikt, moet u voor het privégebruik btw betalen. Deze correctie moet worden toepast in uw laatste btw-aangifte van 2018. Voor het bepalen van het privégebruik moet een kilometeradministratie worden bijgehouden.
Tip: u kunt er ook voor kiezen om het privégebruik niet via de kilometeradministratie bij te houden maar gebruik te maken van de forfaitaire regeling, waarbij u uitgaat van 2,7% van de catalogusprijs (inclusief btw en BPM). Voor bepaalde auto’s, waaronder auto’s die vijf jaar in de onderneming zijn gebruikt of auto’s die zonder btw zijn aangeschaft, mag u een forfait van 1,5% van de catalogusprijs (inclusief btw en BPM) toepassen.
De BUA-correctie
Hebt u uitgaven gedaan voor giften en relatiegeschenken of voorzieningen voor uw personeel in 2018? Dan kunt u de btw die u hierover betaalt niet altijd aftrekken als voorbelasting. Dit is het gevolg van het Besluit Uitsluiting Aftrek van voorbelasting (BUA). Als u in 2018 btw op kosten voor relatiegeschenken of personeelsverstrekkingen heeft afgetrokken, moet u bij de laatste btw-aangifte over 2018 nagaan of u één of meer personeelsleden of relaties hiermee voor meer dan EUR 227 (exclusief btw) heeft bevoordeeld.
Tip: heeft u personeelsleden of relaties voor meer dan EUR 227 (exclusief btw) bevoordeeld dan moet u in de btw-aangifte over het laatste tijdvak van 2018 de afgetrokken btw corrigeren en alsnog voldoen.
Let op: voor de btw-aftrek op kosten van verstrekkingen van eten en drinken aan personeel gelden aparte regels. Daarnaast vallen de auto van de zaak en de fiets van de zaak buiten de BUA-regeling.
Herziening aftrek bij investeringsgoederen
Heeft u in 2018 btw in aftrek gebracht over investeringsgoederen? Houd dan ook rekening met de herzieningstermijn. Onder investeringsgoederen vallen onroerende zaken en roerende zaken (waarop voor de inkomstenbelasting of de vennootschapsbelasting wordt of kan worden afgeschreven). Bij aanschaf van dergelijke investeringsgoederen hebt u ingeschat voor welk gedeelte u deze gebruikt voor btw-belaste omzet. Als later blijkt dat de inschatting die u eerder maakte niet klopt dan moet u de aftrek herzien. U geeft dan op uw aangifte een extra bedrag aan btw aan, of u trekt een extra bedrag af als voorbelasting. De termijn waarop mogelijk moet worden herzien is tien jaar voor onroerende zaken en vijf jaar voor roerende zaken.
Tip: ga aan het eind van elk jaar dat binnen de herzieningstermijn valt na of het oorspronkelijk geplande gebruik nog overeenkomt met het werkelijke gebruik. Herziening blijft achterwege indien het werkelijke gebruik niet meer dan 10% verschilt met het door u ingeschatte gebruik. De 10%-regel geldt zowel bij een terug te vragen als te betalen bedrag.
Herziening btw-aftrek algemene kosten
Verricht u zowel vrijgestelde als btw-belaste prestaties? Dan moet u aan het einde van het jaar het definitieve pro-rata percentage vaststellen voor de algemene kosten. Wijkt dit percentage af van het in 2018 gehanteerde percentage, dan moet alsnog een correctie plaatsvinden naar het nieuwe percentage en volgt mogelijk herziening van in aftrek gebrachte of betaalde btw.
Tip: te weinig in aftrek gebrachte btw kan in post 5b van de laatste btw-aangifte van het jaar alsnog worden geclaimd. Maar te veel afgetrokken btw moet in post 5b van deze btw-aangifte als negatief bedrag worden opgenomen en worden terugbetaald.
Let op: er hoeft geen herziening plaats te vinden als de afwijking van het pro-rata percentage kleiner is dan 10%.
Oninbare vorderingen
Heeft u als crediteur over 2018 nog onbetaalde facturen waarop u wel btw heeft afgedragen? Vanaf 1 januari 2017 is het zo dat u als crediteur uiterlijk één jaar na het opeisbaar worden van een vordering recht op teruggaaf van deze btw krijgt. Is echter al op een eerder moment in 2018 vast komen te staan dat sprake was van een oninbare vordering, dan had u de teruggave over het tijdvak in 2018 moeten terugvragen waarin de vordering definitief oninbaar is gebleken.
Tip: heeft u voor 1 januari 2018 facturen uitgereikt en zijn deze nog niet betaald? U kunt dan in de eerste btw-aangifte van 2019 de afgedragen btw op deze facturen terugkrijgen.
Let op: als de oninbare vordering op een later tijdstip alsnog wordt betaald, moet u de eerder op de aangifte in mindering gebrachte btw opnieuw op aangifte voldoen.
Afstandsverkopen
Verkoopt u goederen (bijvoorbeeld via een webshop) aan particulieren (of rechtspersonen zonder buitenlands btw-identificatienummer)? Dan kunt u te maken krijgen met de zogenoemde afstandsverkopen en de daarmee samenhangende registratieverplichting in een andere EU-lidstaat. Hiervoor moet wel gelden dat in een desbetreffende jaar het door een lidstaat van bestemming vastgesteld drempelbedrag is overschreden.
Tip: ga over 2018 na of er geen drempelbedragen zijn overschreden en zo ja, neem dan contact met ons op om de mogelijkheden te bespreken om alsnog aan de btw-verplichtingen over 2018 te voldoen.
Let op: de drempelbedragen verschillen per EU-lidstaat. Kijk op de website van de Belastingdienst voor een overzicht van de actuele drempelbedragen per 1 januari 2019.
De mini-one-stop-shopregeling (MOSS)
Wanneer een onderneming digitale diensten levert aan particulieren in andere EU-landen, kan ook in 2019 gebruik worden gemaakt van de mini-one-stop-shopregeling (MOSS). Wanneer gebruik wordt gemaakt van de MOSS-regeling hoeft de btw over deze diensten maar in één EU-land te worden aangeven, bijvoorbeeld in Nederland. Als u deze regeling voor het eerst wilt toepassen, moet u zich hiervoor aanmelden met het formulier ‘Verzoek registratie in Nederland voor betalen btw in EU-landen’. In het registratieformulier geeft u de gewenste ingangsdatum aan.
Tip: wilt u de regeling in heel 2019 toepassen, meldt u dan zo snel mogelijk aan. Heeft u al een digitale dienst geleverd, en wilt u daarvoor nog gebruiken van de MOSS-regeling, dan moet u uw aanmelding uiterlijk indienen op de 10e dag van de maand die volgt op de maand waarin u de dienst heeft geleverd. Als u zich ná de 10e dag aanmeldt, dan moet u contact opnemen met de belastingdienst van het EU-land waar de belasting betaald moet worden en daar navragen of u zich daar moet registreren.
Let op: is de omzet van de digitale diensten in een kalenderjaar, én het kalenderjaar ervoor, niet meer dan € 10.000? Dan is vanaf 1 januari 2019 Nederland de plaats van dienst. Dat betekent dat u in Nederland de btw over deze diensten moet aangeven en afdragen.
In de EU betaalde btw over 2018 terugvragen
Hebt u in 2018 btw betaald in een ander EU-land? Over bijvoorbeeld goederen, diensten of bij de invoer van goederen uit een niet-EU-land en doet u daar geen btw-aangifte? U kunt deze btw dan makkelijk terugvragen uit dat EU-land via de Nederlandse Belastingdienst, mits u voldoet aan de voorwaarden die de verschillende EU-landen hanteren voor de teruggaaf van btw.
Tip: via de website “Teruggaaf van btw uit andere EU-landen” kunt u de betaalde btw in een ander EU-land terugvragen. Hiervoor moet u wel eerst inloggegevens aanvragen. Deze kunt u aanvragen op de website van de Belastingdienst. U moet uw teruggaafverzoek over 2018 uiterlijk op 30 september 2019 indienen, maar het is aan te raden om u hierop al vroeg voor te bereiden.
Optie belaste levering
Heeft u in 2017 een onroerende zaak gekocht, en samen met de verkoper geopteerd voor een btw-belaste levering? U moet dan binnen vier weken na afloop van het boekjaar volgend op het boekjaar van levering (dus vóór 28 januari 2019) een 90%-verklaring uitreiken aan de verkoper en de inspecteur. In die verklaring staat vermeld of u de onroerende zaak al dan niet gebruikt voor doeleinden waarvoor ten minste 90% recht op btw-aftrek bestaat. Als u niet meer aan het 90%-criterium voldoet, wordt de levering alsnog geacht vrij te zijn van btw. Hierdoor vervalt bij de verkoper het recht op btw-aftrek. Hij moet de btw dan terugbetalen aan de Belastingdienst.
Tip: maak in de koopovereenkomst duidelijke afspraken over eventuele btw-schade als de optie voor btw-belaste levering komt te vervallen. In de koopovereenkomst kan bijvoorbeeld worden geregeld dat de koper de btw-schade vergoedt aan de verkoper als hij niet meer voldoet aan de 90%-norm.
Optie belaste verhuur
Heeft u in 2018 een onroerende zaak gehuurd en is er geopteerd voor btw belaste verhuur? Dan moet u nagaan of u in 2018 voldaan heeft aan het 90%-criterium en dus de onroerende zaak gebruikt voor doeleinden waarvoor ten minste 90% recht op btw-aftrek bestaat. Indien dit niet het geval is, dient u binnen vier weken na afloop van uw boekjaar een ondertekende verklaring hierover te sturen aan de verhuurder en de inspecteur.
Tip: maak in de huurovereenkomst duidelijke afspraken over eventuele btw-schade als de optie voor btw-belaste verhuur komt te vervallen.
Verbreking of wijziging fiscale eenheid
Voldoen alle vennootschappen binnen u fiscale eenheid btw nog aan alle voorwaarden om onderdeel te kunnen uitmaken van de fiscale eenheid? Zo niet, meldt u dit dan zo spoedig mogelijk bij uw belastingkantoor.
Tip: wacht niet te lang met het doorgeven van wijzigingen binnen een fiscale eenheid btw. De hoofdelijke aansprakelijkheid voor de btw-schulden van alle ondernemingen binnen de fiscale eenheid loopt namelijk door zolang de fiscale eenheid niet formeel is verbroken.
Technische en voorgestelde (wets)wijzigingen omzetbelasting
Voucherwetgeving
Per 1 januari 2019 wordt de Europese voucherrichtlijn in de btw-wetgeving ingevoerd. De wijzigingen beogen een einde te maken aan een aantal onduidelijkheden voor de btw bij leveringen en diensten waarbij vouchers (zoals zegels, waarde- en cadeaubonnen) worden gebruikt.
Het voorstel maakt onderscheid tussen vouchers voor enkelvoudig gebruik, waarbij de plaats, de aard en het btw-tarief van de prestatie op het moment van uitgifte van de voucher vaststaat (bijvoorbeeld: een bioscoopbon) en vouchers voor meervoudig gebruik, hetgeen alle andere vouchers omvat.
Vouchers voor enkelvoudig gebruik zijn belast bij uitgifte. Vouchers voor meervoudig gebruik zijn belast bij inwisseling voor een goed of dienst.
Verhoging verlaagd btw-tarief van 6% naar 9%
Per 1 januari 2019 stijgt het verlaagde btw-tarief van 6% naar 9%. Hierdoor zullen met name levensmiddelen in prijs stijgen maar ook onder andere geneesmiddelen, medische hulpmiddelen, boeken, tijdschriften, kappers, hotels en concerten zullen duurder worden.
Met betrekking tot de tariefstijging zijn geen overgangsmaatregelen ingevoerd. Zodoende kunnen ondernemers bij het vaststellen van het tarief aansluiten bij de reguliere regels rondom het moment van verschuldigdheid.
Ter voorkoming van te veel administratieve rompslomp is verder besloten om over prestaties die al in 2018 zijn gefactureerd en, indien het particulieren betreft, ook in 2018 zijn betaald, de btw-verhoging niet na te heffen.
Sportdiensten
Per 1 januari 2019 wordt de sportvrijstelling aangepast. Op dit moment zijn diensten, die sportorganisaties verrichten, aan leden al vrijgesteld van btw, maar vanaf 1 januari 2019 wordt de vrijstelling uitgebreid en geldt dit ook voor diensten aan niet-leden. De vrijstelling geldt daarbij niet voor organisaties die winst beogen.
De wijziging kan met name nadelig zijn voor niet-winstbeogende instellingen die vóór de wijziging wel btw in rekening brachten en zodoende recht hadden op aftrek van btw over de kosten voor de (ver)bouw en onderhoud van sportaccommodaties. Na 1 januari 2019 hoeven deze instellingen geen btw meer in rekening te brengen op basis van de vrijstelling, echter staat daartegenover dat er dan ook geen (volledig) recht op aftrek van btw meer bestaat. Er worden subsidies beschikbaar gesteld om dit btw-nadeel te compenseren en daarnaast wordt voorzien in overgangsregels voor bestaande situaties waarbij herziening achterwege mag blijven.
Kleine ondernemingsregeling (KOR)
De kleine ondernemersregeling (KOR) gaat pas in 2020 veranderen, maar het is aan te raden dat u zich hierop in 2019 al voorbereidt. De nieuwe regeling betekent dat u geen btw in rekening hoeft te brengen als uw omzet onder de € 20.000 per jaar blijft.
Let er wel op dat als u geen btw in rekening brengt, u ook geen btw in aftrek mag brengen. De regeling is optioneel, dus u kunt zelf beslissen of het voor u voordelig is de regeling toe te passen. Zo ja, dan kunt u dit vanaf 1 juni 2019 tot uiterlijk 20 november 2019 aan de Belastingdienst doorgeven.
Nieuwe MOSS-regels voor afstandsverkopen
Op 5 december 2017 is een voorstel van de Europese Commissie aangenomen waarin wordt voorgesteld om het MOSS-systeem uit te breiden, zodat ook bij afstandsverkopen van de MOSS regeling gebruik kan worden gemaakt. Dit zou een grote lastenverlichting met zich meebrengen omdat u zich dan niet meer in iedere lidstaat van de EU hoeft te registreren wanneer daar goederen worden geleverd aan onder andere particulieren. De planning is dat dit systeem per 1 januari 2021 wordt ingevoerd. De huidige drempels voor afstandsverkopen zouden dan vervallen en daarvoor in de plaats komt er een drempel voor afstandsverkopen en elektronische diensten tezamen.