Vrijwel direct aan het begin van het nieuwe decennium worden algemeen nut beogende instellingen (ANBI’s) streng onder de loep genomen. Naast het Gerechtshof Amsterdam waagt ook de media zich aan de complexe materie van de ANBI’s. In deze nieuwsbrief zullen wij ingaan op het artikel dat verschenen is in Trouw, toelichting geven op de recente uitspraak van het Hof Amsterdam en de laatste update geven over het UBO-register.
Artikel Trouw
Op 8 januari jl. is in het nieuwsblad Trouw een artikel gepubliceerd waarin Nederland als belastingparadijs voor ANBI’s wordt getypeerd. Uit een statische steekproef stelt Trouw dat bijna de helft van de ANBI’s niet voldoet aan haar publicatieplicht.
Goede doelen die worden aangemerkt als ANBI worden voorzien van een fiscaal gunstige regeling. Dit filantropische stelsel zit diepgeworteld in de Nederlandse systematiek. Voor het voldoen aan de ANBI-eisen geldt onder andere dat moet worden voldaan aan de publicatieplicht. Deze plicht houdt in dat een ANBI niet alleen haar algemene gegevens beschikbaar moet stellen maar ook haar (beknopte) financiële gegevens en een actueel beleidsplan.
Trouw stelt dat bijna de helft van de ANBI’s niet voldoen aan deze verplichting en controle van de Belastingdienst nalatig is. Om controle toch te waarborgen heeft de fiscus afspraken gemaakt met bijvoorbeeld de koepelorganisatie Interkerkelijk Contact in Overheidszaken (CIO) om de ANBI-verplichtingen van kerkelijke instellingen te controleren. Trouw zet hier vraagtekens bij. Het maken van soortgelijke afspraken gebeurt echter binnen de fiscaliteit al op meerdere aspecten.
Wat wél en wat niet als algemeen nut kan worden beschouwd is volgens Trouw in de wet amper gedefinieerd. Hierbij wordt echter voorbijgegaan aan het toetsingskader zoals dat door de Hoge Raad is ontwikkeld. Ook de Belastingdienst dient zich te houden aan dit toetsingskader. In de praktijk wordt het door de Hoge Raad ontwikkelde toetsingskader helaas wel eens strenger ingevuld door de Belastingdienst, denk hierbij aan de commerciële tarieventoets en doelgroeptoets.
Uitspraak hof inzake anti-oppoteis
Net voor de jaarwisseling heeft het Hof Amsterdam in een uitspraak verdere invulling gegeven ten aanzien van de antioppoteis. Deze eis stelt dat ANBI’s niet meer vermogen aanhouden dan redelijkerwijs nodig is voor de continuïteit van de voorziene werkzaamheden van de ANBI.
In casu ging het om een ANBI met onder andere als doel het verschaffen van medische hulp in derde wereldlanden. Deze ANBI had een substantieel vermogen vergaard en heeft met een gedeelte van dit vermogen hulp kunnen bieden in Syrië. De ANBI heeft echter een gedeelte van haar inkomsten gereserveerd, zijnde EUR 38.000, waardoor de inspecteur de ANBI-status in twijfel trok. Er was namelijk mogelijk sprake van het ‘oppotten’ van vermogen.
Het Hof Amsterdam heeft kortweg een drietal eisen genoemd waaraan moet worden voldaan wil er geen sprake zijn van ‘oppotten’ van vermogen. Ten eerste moet er een concrete bestemming zijn voor het gereserveerde vermogen. Ten tweede moet de omvang van het gereserveerde vermogen worden gemotiveerd. Ten derde moet het vermogen worden aangewend binnen een redelijk tijdsbestek.
Uit de eerste eis kan al worden afgeleid dat bij het vormen van een vermogen van EUR 38.000 bij de ANBI sprake moet zijn van een concrete bestemming. Wij vinden dit een erg strenge eis aangezien ANBI’s wellicht nog geen toekomstige projecten op het oog hebben.
Saillant detail in deze zaak is dat het Hof spreekt over een toetsingsmoment met betrekking tot de anti-oppoteis. Volgens het Hof dient namelijk te worden getoetst op het moment van intrekking van de ANBI-status, al dan niet met terugwerkende kracht.
UBO Registratie update
Eerder schreven wij al over de verplichtingen voor ANBI’s om haar uiteindelijk belanghebbende in te schrijven in het UBO-register. In december 2019 heeft een meerderheid van de Tweede Kamer al ingestemd met het wetsvoorstel met betrekking tot het UBOregister. Initieel zou het UBO-register op 10 januari 2020 in werking moeten treden. Deze datum is echter niet gehaald aangezien er nog geen stemming heeft plaatsgevonden in de Eerste Kamer. Op 28 januari 2020 zal het voorbereidend plaatsvinden, hierna zal het wetsvoorstel ter stemming komen in de Eerste Kamer.
Vragen?
Twijfelt u over de naleving van de complexe ANBI-wetgeving, waaronder de publicatieplicht? Of heeft u overige vragen, bijvoorbeeld over de invulling en reikwijdte van het UBO-register en de gevolgen hiervan voor uw organisatie? Neem contact op met onze specialisten, wij helpen u graag verder.
Het nieuwsbericht is in PDF te openen via deze link.