Wat gaat 2020 goede doelen brengen op fiscaal en juridisch gebied? Dat zullen onder meer extra administratieve lasten zijn, zoals het inschrijven van pseudo-eigenaren in een speciaal register en het bijhouden van een intern begunstigde-register. Daarnaast worden ook enige versoepelingen verwacht. In deze nieuwsbrief gaan we hierop in.
Wetsvoorstel UBO-register aangenomen
Op 10 december 2019 is het wetsvoorstel door de Tweede Kamer aangenomen dat rechtspersonen verplicht om hun uiteindelijke eigenaar (UBO) in te schrijven in een openbaar register (naar aanleiding van de Europese anti-witwasrichtlijn). Het Nederlandse UBO-register zal per 10 januari 2020 worden ingevoerd, mits de Eerste Kamer eveneens met het wetsvoorstel instemt. De verwachting is overigens dat dit zal gebeuren.
Wie moet geregistreerd worden?
In het UBO-register wordt informatie opgenomen van iedere persoon met een belang van meer dan 25% in een naar Nederlands recht opgerichte BV, NV (tenzij beursgenoteerd), CV, stichting (ook de Stichting Administratiekantoor), vereniging en kerkgenootschap. Voor ANBI’s zal geen uitzondering gelden daar het amendement van kamerlid Stoffer (kamerstuk 35179-10) helaas is verworpen.
Voor stichtingen en verenigingen (die vaak geen echte eigenaren kennen), dus ook voor ANBI’s, geldt dat ieder persoon die meer dan 25% van de stemmen bij besluitvorming ter zake van wijziging van de statuten kan uitoefenen of feitelijk zeggenschap heeft, als UBO wordt aangemerkt. Indien die persoon er niet is, zal in beginsel het hoger leidinggevend personeel als pseudo-UBO gelden.
Kamerlid Bruins heeft de regering in een motie verzocht om samen met Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie (SBF) besturen van ANBI’s op te roepen om het gehele statutaire bestuur in het UBO-register in te schrijven conform de inschrijving in het Handelsregister. Deze motie is eveneens aangenomen. Een en ander zal ook gelden voor kerkgenootschappen: deze werden eerder nog vrijgesteld van de registratieplicht maar ook het amendement om deze vrijstelling te laten vervallen is aangenomen. Benadrukt wordt dat er “onverkort dient te worden vastgehouden aan de vrijheid van godsdienst”.
Wat zal zichtbaar zijn?
Wanneer een persoon wordt aangemerkt als (pseudo-)UBO wordt de naam, geboortemaand en -jaar en nationaliteit zichtbaar in het register. Daarnaast wordt de aard en de omvang (bij ANBI”s is het economisch belang normaliter nihil) van het belang gepubliceerd. De rechtspersoon is verantwoordelijk voor de inschrijving; indien dit niet juist gebeurt kunnen er boetes worden opgelegd.
Registratie begunstigen
In de schaduw van het UBO-register is nog een ingrijpende maatregel geïntroduceerd en aangenomen. Artikel 2:290 van het Burgerlijk Wetboek specificeert dat het bestuur van een stichting verplicht is alle personen, die een uitkering krijgen van 25% of minder van de uitgekeerde bedragen in een bepaald boekjaar, in een register in de eigen administratie op te nemen, onder vermelding van naam, adres en het uitgekeerde bedrag. Deze nieuwe regeling maakt controles door onder meer de Belastingdienst eenvoudiger.
Opvallend is dat in dezelfde alinea van de Memorie van Toelichting wordt genoemd dat begunstigden van een stichting die een uitkering krijgen van meer dan 25% van het uitgekeerde bedrag in het UBO-register dienen te worden opgenomen. Opvallend omdat een percentage van het uitgekeerde bedrag in een bepaald boekjaar géén voorwaarde is voor het zijn van UBO.
Gelet op de tekst van de nieuwe regeling lijkt het erop dat onder meer hulporganisaties persoonsgegevens van al de door hen gesteunde slachtoffers moeten gaan bijhouden, zelfs al zou die steun slechts bestaan uit één voedselverstrekking of een deken. Het is volstrekt onbegrijpelijk waarom deze onuitvoerbare maatregel met slechts minimale toelichting in dit wetsvoorstel is beland.
Diverse ontwikkelingen – verbeteropties giftenaftrek en anbi-regeling
Reeds in maart 2019 heeft de staatssecretaris in zijn brief diverse (beoogde) wijzigingen (c.q. verbeteropties) aangekondigd in het kader van de giftenaftrek en ANBI-regeling. De verwachting is dat deze verbeteropties begin 2020 worden doorgevoerd of aangekondigd (indien er sprake is van een voorstel tot wetswijziging). Hieronder worden de belangrijkste wijzigingen nogmaals toegelicht.
Giftenaftrek
Onder meer is voorgesteld om contante giften niet langer aftrekbaar te laten zijn bij de schenker vanwege het risico op fraude. In geval van herroepelijke giften is het voornemen om in dit kader een meldingsplicht te introduceren ingeval van herroeping van substantiële giften (>EUR 15.000). Van giften in natura van meer EUR 2.500 zal een taxatie of ander schriftelijk bewijs van de waarde aanwezig moeten zijn.
ANBI’s
De staatssecretaris is voornemens controle in het kader van de publicatieplicht te vergemakkelijken door ANBI’s gebruik te laten maken van standaardformats. Daarnaast wordt de liquidatiesaldobepaling versoepelt door de eis van een soortgelijk doel te laten vervallen. Deze versoepeling zal niet gaan gelden voor culturele ANBI’s.
Ook beoogt de staatssecretaris een verduidelijking van de anti-oppoteis. De staatssecretaris wil een handleiding publiceren om deze open norm te concretiseren. De handleiding zal nader ingaan op impact investments, inbreng van vermogenstitels in een ANBI, de toegestane omvang van reserves en vermogensfondsen.
Tot slot wil de staatssecretaris onderzoeken of er een mogelijkheid bestaat om voor ex-ANBI’s een afrekenverplichting voor de ontvangen fiscaal gefaciliteerde giften/schenkingen in te voeren. Hoe dit in de praktijk zal gaan, moet afgewacht worden want een dergelijke maatregel kan in de praktijk veel te ruw uitwerken en tot dubbele heffing leiden.
Wob-verzoek
In een op 10 december 2019 gepubliceerd besluit WOB-verzoek in het kader van de controle op ANBI’s wordt nogmaals (er is vaker een dergelijk besluit gepubliceerd) een kijkje in de keuken van de Belastingdienst gegeven. De Belastingdienst geeft in het besluit aan dat bij nieuw opgerichte instellingen alleen de (papieren) intentie van de doelstelling kan worden getoetst aan de ANBI-regelgeving en dat bij twijfel na circa 2 jaar toezicht wordt uitgeoefend op de daadwerkelijke realisatie van de doelstelling aan de hand van de jaarstukken. Tevens wordt in het document gesproken over de ‘Winterbrief’ waar diverse bevindingen (vermoedelijk de bovengenoemde) worden opgenomen.
Om deze nieuwsbrief in PDF te downloaden, klikt u hier.