Met de naderende pensionering van de babyboomgeneratie groeit de aandacht voor continuïteit, controle en bescherming van familie- en ondernemingsvermogen. Directeuren-grootaandeelhouders (hierna: DGA’s) willen goede en flexibele beschermings- en continuïteitsregelingen treffen voor het door hen opgebouwde of voortgezette vermogen, niet alleen ten behoeve van zichzelf, maar ook voor volgende generaties. De bescherming van het vermogen ziet op verschillende stakeholders. Hier tussendoor zeilt het conceptwetsvoorstel dat de (openbare) registratie zal verplichten van uiteindelijk belanghebbenden van rechtspersonen en ondernemingen (hierna: wetsvoorstel). Deze naderende UBO-registratie zorgt ervoor dat de aandacht voor vermogens(her)structurering alleen maar groeit. Privacy is daarbij een woord dat steeds naar voren komt; privacy van vermogen tegenover concurrenten en personen die kwaadschiks zijn. Dit artikel behandelt het wetsvoorstel en de impact hiervan op de praktijk.