Eerder informeerden wij u over de plannen van het kabinet om belastingontwijking en -ontduiking te bestrijden, waaronder implementatie van de Europese Anti-Tax Avoidance Directive 1 (“ATAD 1”). Ook informeerden wij u over het arrest van het Europese Hof van Justitie van 22 februari 2018 waarin het Hof de Nederlandse fiscale-eenheidsregeling in de vennootschapsbelasting onder omstandigheden in strijd met het EU-recht oordeelde en hoe dit oordeel het kabinet noopt tot invoering van spoedreparatiemaatregelen. Zie voor onze eerdere berichtgeving bericht 1, bericht 2 en bericht 3. Deze ontwikkelingen zullen bij de heffing van vennootschapsbelasting vergaande gevolgen hebben voor:
- de renteaftrek,
- de deelnemingsvrijstelling en
- het fiscale-eenheidsregime
en zullen daarmee in veel gevallen een ingrijpende impact hebben op de vennootschapsbelastingpositie van zowel multinationals als het MKB.
In antwoorden op vragen van zowel de Eerste Kamer als de Tweede Kamer heeft de staatssecretaris van Financiën namens het kabinet op 9 mei jl. belangrijke toelichtingen gegeven op deze onderwerpen. Wij kunnen die toelichting als volgt voor u samenvatten.
ATAD 1
Met ingang van 1 januari 2019 zal ATAD 1 in werking moet treden. De staatssecretaris is op 9 mei jl. ingegaan op onder meer de volgende elementen van ATAD 1:
Earningsstrippingsregeling (verdere beperking renteaftrek):
Met ingang van 1 januari 2019 zal de per saldo verschuldigde intercompany- en derdenrente niet meer in aftrek komen indien en voor zover die rente meer bedraagt dan 30% van de EBITDA (dat is: winst vóór rente, belasting, afschrijvingen en afwaarderingen).
ATAD 1 biedt de Nederlandse wetgever de ruimte om bepaalde uitzonderingen en verzachtingen aan te brengen op deze hoofdregel. Op 9 mei heeft de staatssecretaris de volgende positie van het huidige kabinet gemeld ten aanzien van die uitzonderingen en verzachtingen:
- Evenals het vorige kabinet blijft ook het huidige kabinet bij een drempel van EUR 1 miljoen aan rente die niet door deze maatregel geraakt wordt, daar waar ATAD 1 een drempel van EUR 3 miljoen toestaat.
- Ook het huidige kabinet is niet voornemens een groepsuitzondering in te voeren op basis waarvan rente pas van aftrek zou worden uitgesloten indien en voor zover de ratio vreemd-eigen vermogen van een Nederlands bedrijf uitgaat boven diezelfde ratio van de groep waartoe dat bedrijf behoort.
- Dit kabinet lijkt evenmin over te willen gaan tot eerbiedigende werking voor op 17 juni 2016 bestaande leningen.
- De grondslag voor berekening van de renteaftrekbeperking blijft EBITDA en niet EBIT. Het aftrekken van afschrijvingen en afwaarderingen van de grondslag zou met name nadelig zijn voor kapitaalintensieve bedrijven met veel afschrijvingen en/of afwaarderingen (zoals industriële en vastgoedondernemingen).
- Zoals eerder gemeld zal per 1 januari 2019 de specifieke renteaftrekbeperking gericht op bovenmatige overnamerente komen te vervallen. De specifieke renteaftrekbeperking gericht tegen winstdrainage (artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969) zal blijven bestaan. De plannen ten aanzien van overige specifieke renteaftrekbeperkingen zullen op Prinsjesdag 2018 bekend worden gemaakt.
- ATAD 1 biedt de mogelijkheid een uitzondering te maken voor langlopende openbare infrastructuurprojecten. De staatssecretaris meldt dat het kabinet nog bezig is met haar afweging op dit punt.
Controlled Foreign Companies (beperking van de deelnemingsvrijstelling):
De maatregel in ATAD 1 tegen gecontroleerde buitenlandse vennootschappen (“CFC’s”) verplicht Nederland kort gezegd om ofwel (niet uitgekeerd) specifiek omschreven, in het buitenland opgekomen passief inkomen (bijvoorbeeld rente en royalty’s) onmiddellijk in Nederland te belasten (Model A), ofwel inkomen opgekomen in het buitenland te belasten door middel van winstcorrecties in Nederland indien het arm’s-lengthbeginsel tot die correcties aanleiding geeft (Model B). De staatssecretaris merkt op dat winstverschuivingen uit Nederland primair zullen worden bestreden conform Model B. Model A zal worden gevolgd met betrekking tot inkomen uit landen met een laag statutair tarief dan wel uit niet-coöperatieve landen. Wanneer sprake is van een laag statutair tarief zal met indiening van het formele wetsvoorstel ter implementatie van ATAD 1 duidelijk worden. Model A kent een uitzondering indien sprake is van een ‘wezenlijke economische activiteit’. Hierbij zal als eerder gemeld worden aangesloten bij de aangescherpte substance-voorwaarden zoals die sinds dit jaar bijvoorbeeld gelden voor de dividendbelasting.
Fiscale eenheid
De eerder aangekondigde spoedreparatiemaatregelen in de fiscale eenheid zullen als eerder gemeld zien op de meest kwetsbare elementen van de fiscale-eenheidsregeling. De staatssecretaris meldt dat het ontwerpen van een nieuwe, toekomstbestendige concernregeling in de vennootschapsbelasting een omvangrijk project is en dat hij ernaar streeft vóór het einde van deze kabinetsperiode tot een formeel wetsvoorstel aan de Tweede Kamer te komen. Dit betekent dat de aangekondigde spoedreparatiemaatregelen nog zeker een aantal jaren van kracht zullen zijn.
Ten slotte
De staatssecretaris streeft ernaar de formele wetsvoorstellen ter implementatie van zowel de Europese ATAD 1 als de spoedreparatiemaatregelen in het fiscale-eenheidsregime vóór het aankomende zomerreces aan de Tweede Kamer te sturen. Wij raden u aan om deze ontwikkeling nauw te blijven volgen en zullen u op dat moment ook nader informeren.
Wij maken u erop attent dat wij op 11 juli aanstaande op ons kantoor in Amsterdam een Nederlandstalige Round Table organiseren over het onderwerp “Intercompany Finance & Governance”. Uiteraard zullen wij bij deze gelegenheid uitgebreid stilstaan bij de impact van bovengenoemde ontwikkelingen op de fiscale positie van uw bedrijf.